"U spreekt met de politie en ik bel vanuit het politiebureau in Maastricht. Ik moet u waarschuwen." Dat zijn de eerste woorden die Jacoba Manders (100) hoort wanneer ze de telefoon opneemt. Ze schrikt, maar het kwartje valt. Een nepagent probeert haar door middel van een babbeltruc op te lichten.