‘Lokale partijen juichen te vroeg en te hard om toekomstige overheidssteun’
Lokale partijen in Midden-Limburg zijn blij met de 25 miljoen euro steun, die de overheid heeft aangekondigd. Volgens Fons Zinken die hier al 25 jaar voor strijd is het bedrag te laag, komt het veel te laat en is de ongelijkheid tussen landelijke en lokale partijen nog lang niet opgelost.
Het kabinet wil met een wetsvoorstel 25 miljoen euro uittrekken om het Nederlandse partijstelsel robuuster te maken en de democratie te verstevigen. “We hebben daarbij specifiek aandacht voor de politiek op lokaal en regionaal niveau, waarvoor we 25 miljoen euro beschikbaar willen stellen. Zodat ook zij hun belangrijke werk goed kunnen blijven doen voor de mensen in hun gemeente, provincie of waterschap”, legt minister de Jonge uit.
Het Roermondse LVR-raadslid Dré Peters toont zich verheugd met de extra financiële middelen die lokale partijen tegemoet kunnen zien. Hij vergelijkt het met landelijke partijen die hun lokale afdelingen financieel ondersteunen en soms zelfs een eigen opleidingsinstituut hebben. “Lokale partijen staan qua financiering enorm op achterstand. Dat is gewoon niet eerlijk.”
Peters is aan het rekenen geslagen en kwam op 20 tot 25 duizend per lokale partij. “Ik weet nog niet hoe het verdeeld wordt, maar het is een aardige opsteker. Daarmee kan onze achterban zich professioneel voorbereiden op een politieke loopbaan.”
Ongrondwettig
Fons Zinken uit Echt vindt het nog geen reden voor vlaai: “Die 25 miljoen is er ook voor de lokale afdelingen van de landelijke partijen.” De oneerlijkheid is daarmee dus niet uit de lucht. “Bovendien moet je dat bedrag uitsmeren over drie jaar en is het ook bestemd voor provincies en waterschappen. Er blijft dus niet zo heel veel over.”
Als voorzitter van de landelijke Vereniging voor Plaatselijke Politieke Groeperingen (VPPG) strijdt hij al sinds 1999 voor gelijkheid van kansen voor alle politieke partijen. “En nog steeds hebben we te maken met ongrondwettige verkiezingen”, stelt hij. “In de grondwet staat duidelijk dat iedereen die rechtstreeks verkozen wordt gelijke kansen moet krijgen. Maar in de wet subsidiëring politieke partijen is geregeld dat alleen landelijke partijen miljoenen subsidie krijgen”, zo verduidelijkt hij de ongelijkheid. “De Uitzending voor Politieke Partijen op de landelijke omroep is er alleen voor de landelijke partijen. Zij mogen daar gratis campagne voeren.”
Solidariteit
Belangrijkste inkomstenbron voor politieke partijen is momenteel de gemeente zelf. Gemeenten zijn wettelijk verplicht al hun fracties te ondersteunen met een vast bedrag per fractie plus een vast bedrag per fractielid, legt de griffier van de gemeente Leudal uit.
Omdat deze gemeente moest bezuinigen hebben de fracties zo’n vijftien jaar geleden afgezien van hun recht op een vergoeding, uit solidariteit met de gemeente en de bevolking. Sinds vorig jaar is deze subsidie weer ingevoerd.
Schnabbelen
Zo kreeg Progressief Akkoord Leudal (PAL) sinds vorig jaar tweeduizend euro. Joost van der Stappen, fractievoorzitter van PAL die met twee zetels in de raad zit, is daar niet ontevreden mee. “We maken niet heel veel kosten, maar nu kunnen we tenminste bijeenkomsten organiseren en dan ook de koffie betalen. Zulke eenvoudige dingen waren voorheen al moeilijk te regelen. Het was schnabbelen.” Als deze kleine partij hier bovenop nog subsidie krijgt van het rijk, kunnen er ook cursussen worden gevolgd. “Een professionele cursus kost vaak honderden euro’s.”
PAL is met twee zetels de kleinste fractie in de raad van Leudal, waar lokale partijen 15 van de 25 zetels bezetten. Samen Verder (7) en Ronduit Open (6) zijn verreweg de grootste partijen. Landelijk stemt een derde van de bevolking op een lokale partij.
Ondanks de successen die lokale partijen boeken, hebben ze die extra financiering wel degelijk nodig, vindt Van der Stappen. “Lokale partijen doen het goed omdat we dicht bij de mensen staan. Het gaat niet alleen om die paar duizend euro, het gaat om betrokkenheid.”
Kennis en kunde
Ook Peters van LVR Roermond vindt dat de omvang van de partij niets heeft te maken met de hoeveelheid subsidie. “Partijen zijn niet groot vanwege het geld, maar omdat ze veel stemmen hebben gekregen. En als lokale partijen groot worden, is die professionaliteit nog eens extra van belang. Kennis en kunde zijn essentieel, juist voor grotere partijen.”
Fons Zinken blijft zich voorlopig inspannen voor meer gelijkheid en waarschuwt voor al te veel optimisme: “Het is een wetsvoorstel. Deze subsidie wordt waarschijnlijk pas in 2027 ongevoerd. Dan zijn de gemeenteraadsverkiezingen van 2026 al achter de rug. Dus we hebben er pas wat aan in de aanloop naar de verkiezingen van 2030.”