Een stilstaande molen is een dode molen. Molenaars weten dat. Het verval slaat ongenadig toe en laat een maalwerk dat al eeuwen soepel draait in rap tempo vastlopen. Het ingenieuze samenspel van bewegende tandraderen, houten wielen en assen moet in beweging blijven. Daarom koesteren molenaars Pierre Konings en John Beckers ‘hun’ Molen van Verbeek in Sint Odiliënberg, met varkensvet en bijenwas als smeermiddel. „Het zit allemaal heel vernuftig in elkaar. Je moet na het draaien ook altijd even voelen aan de tandwielen. Als ze warm zijn geworden, loopt het niet soepel, is er iets mis.”