Heppeneert, net over de grens bij Maaseik, wordt veel bezocht door mensen uit Nederlands Limburg. Op doortocht tijdens een fietstochtje, om even te verpozen in of bij het pittoreske kerkje, of als bedevaarts- en bezinningsoord. Daarnaast zijn er tegenwoordig ook heel wat Nederlanders die er hun laatste rustplaats uitkiezen op de strooiweide, naast de kerk. Datzelfde Heppeneert verandert langzaam van gedaante, fysiek maar ook inhoudelijk.
Wie het Heppeneert van zo’n 40 jaar geleden vergelijkt met het Heppeneert van nu, zal van op afstand niet zoveel verschil zien. Een klein, landelijk dorpje met lintbebouwing, idyllisch gelegen langs de dijk van de Grensmaas. Wie wat meer inzoomt en nog een beeld van vroeger heeft, zal de veranderingen echter wel degelijk opvallen. Met name de omgeving van de kerk is er flink wat bijgekomen. En dat wat er al was, is stevig opgeknapt.
Elektrische deuren
Toentertijd was er het kerkje, het kruiswegpark en een pastorie. Gaandeweg kwam er onder andere een dubbele kaarsengalerie bij, een bedevaartwinkel, een megaparkeerplaats, wandel- en belevingsroutes, een ontmoetingsruimte en een strooiweide.
Ook diverse horeca-exploitanten vonden hun weg naar het plaatsje. Anno 2025 ziet het er allemaal spik en span uit. Voor sommigen zelfs iets te gelikt. “Dich kins zeen det hiej geldj genog is, klinkt het af en toe.”
Wie het kerkje betreedt passeert tegenwoordig twee elektrische deuren die automatisch openen. Het doet eerder denken aan een supermarkt dan aan een kerkje. “Een noodzakelijk kwaad” zegt Marina Schroyen. Zij is samen met Albert Peusens en een aantal andere medewerkers lid van de Gemeenschap Heppeneert vzw, een vereniging zonder winstoogmerk die verantwoordelijk is voor de exploitatie. “Zonder die elektrische deuren kunnen gehandicapten niet zelfstandig naar binnen”, klinkt het argument.